We zijn via de vaste campings in Varzy en Eymet richting
Spanje gereden. In de Pyreneeën hebben we op de camping in Lescun gestaan.
Meestal kamperen we vrij in Lhers. Maar vanwege het weer hebben we besloten om
nu de veilige omgeving van een camping op te zoeken. De volgende dag zijn we
nog wel even in Lhers wezen kijken en hebben we daar ook nog even een wandeling
gemaakt.
Via Col du Somport zijn we Spanje in gereden om vervolgens
een familietreffen op de camping in Yebra de Base te hebben. Hier hebben we
genoten van een prachtige zonsondergang. Vanuit Yebra de Base zijn we richting
Huesca gereden. Wanneer we achterom keken hadden we een prachtig uitzicht over
de Pyreneeën.
Onze reis vervolgend kwamen we bij Castillo de Loarre.
Het
kasteel lag op een hoge rots in een toch wel vlakke omgeving. Het is een
vesting die beschouwd wordt als het beste voorbeeld onder de Romaanse kastelen
op het Schiereiland. Hier scheiden onze wegen van de familie en gaan we als
gezin verder. Ons doel was deze dag om in Goizueta te komen. We reden door naar
Riglos en volgden de weg langs de Rio Gállego. Hier hadden we uitzicht op de indrukwekkende rode rotspartijen van Los
Mallos de Riglos.
Thuis bleek dat ik een foto had gemaakt van onze kinderen met
de rotsen op de achter grond die mijn ouders jaren geleden ook hadden gemaakt
maar dan met mij en mijn broertjes op de voorgrond. De canyon eindigde bij het stuwmeer van la
Pena met het smaragd groene water van de Rio Gállego.
Een mooie plek om de siësta door te brengen. Het spookstadje
boven het meer inspireerde ons tot mooie verhalen.
De camping in Goizueta was slecht aangegeven, maar toen we
de hoop zouden opgeven kwamen we toch bij een camping uit. Hier hebben we ons
kampje opgeslagen onder de plataanbomen en tussen de muntplantjes. Helaas was
het zwembad op deze camping niet gevuld. Maar je kon wel pootje baden in de
rivier die langs de camping liep.
Op deze camping hebben we een dag over gestaan en zijn van
hieruit een dag naar de kust geweest om onder ander te zwemmen .
De volgende dag hebben we opgebroken en zijn we weer verder
getrokken. We kwamen door het goudgele graanvelden van Spanje met typisch
Spaanse dorpjes met kerken waar op de torens en schoorstenen één of meerdere ooievaarsnesten
zaten. Na de Puerto del Escudo, welke 1011 meter hoog is werd het landschap
weer groener en zagen we ook de eerste eucalyptus bossen. Die ruiken zo
heerlijk. In de lucht zagen we grote roofvogels rondcirkelen.
De afdaling bij Puerto del Escudo was een afdaling van 11%.
We kwamen ´s avonds op een camping in Rivadedeva aan, een camping voor het
Spaanse volk. Hier keek je aan de ene kant uit over de oceaan en aan de andere
kant rezen de hoge bergen van de Picos d´Europe omhoog. 's Avonds liep de camping helemaal vol met
allemaal volkswagen campers. Hier waren we niet meer de enigen in ons soort qua
camper.
De volgende dag de boel weer bij elkaar gepakt. Aangezien
het boven de Picos er erg donker en dreigend uit zag besloten we om dat voor
later deze vakantie te bewaren en eerst
de kust te volgen. Op een gegeven moment de kust verlaten en bij La Espina het
binnenland in getrokken. Hier werden de weggetjes smaller en de omgeving
groener. De dorpjes waren allemaal voor zien van horreos, graanschuurtjes die
op poten stonden tegen het ongedierte.
De wilde vlinderstruiken fleuren de
omgeving hier op en de bougainville staat hier volop in bloei. We volgden de we mooie route langs de Rio
Narcea richting.
Op de Puerto de Palo (1146m) werd ons uitzicht belemmerd
door de wolken. Af en toe vingen we tussen de wolken door een glimp op van een
mooi uitzicht over het dal. Het weer wisselt hier per dal. Zo rij je in de
hitte om vervolgens in het volgende dal in de regen te rijden.
Bij Cerevantes kwamen we onder een grote brug door. Deze
kwam ons bekend voor en langzaam aan ontwikkelde zich bij mij een beeld van een
camping die wij ook al een keer eerder bezocht hadden. En bij Mosteiro vonden
we die camping.
Van hier uit zouden we op zoek naar de Ribeira Sacra langs
de oevers van de Rio de Sil. De Ribeira Sacra is een gebied van kerken en
heiligdommen, kloosters en paleizen, meestal in de Romaanse stijl. Hier ligt de
oorsprong van Spanje´s oudste christelijke gemeenten. Zo´n 1500 jaar geleden
vestigden hier kluizenaars en monniken om zich te wijden aan meditatie en
reflectie.
We hebben eerst in Samos het grote klooster opgezocht. Helaas kwamen we tijdens
de siësta en was het niet mogelijk om hier naar binnen te gaan. Wachten tot de siësta
voorbij was duurde ons te lang, dus hebben we alleen de buitenkant van het
klooster gezien. Onderweg zagen we nog veel wasplaatsen en aan de kleur van het
water en de zeepblokjes te zien concludeerden we dat ze ook nog in gebruik
moesten zijn. Wij vonden het logisch dat als we de Rio de Sil zouden volgen we
ook de kloosters zouden vinden. Dit bleek toch wat te simpel gedacht. In Castro
Caldelas hebben we het 15e eeuws kasteel bezocht. Dit kasteel werd gedeeltelijk
gebruikt als bibliotheek en tourist information. In Montederramo kwamen we het eerste klooster
tegen. Het was een klooster wat nog heel goed in tact was. Vervolgens zijn we
naar de Rio Sil gereden om de Canon de Sil te rijden.
Prachtig mooi. Tussen
Castro Caldelas en Ourense had je een prachtig uitzicht over de Rio Sil met een
diepte van zo´n 500 meter. In San Pedro de Rocas stond in het bos het volgende klooster
die wij bezochten. Dit is het oudste klooster en heeft zijn oorsprong voor jet
jaar 573. Dit is het enige klooster waar een deel van de oorspronkelijke
structuur behouden is. Hier vindt je een aantal kunstmatige uitgehouwen grotten
die dienden als kapel en een middeleeuwse grot kerk. Her en der liggen de
graven die in de rotsen zijn uitgehouden. Boven op een grote rots stond de
klokke toren, waaraan dit klooster zijn naam te danken heeft.
Het klooster Santa Cristina de Ribas de Sil hebben vanwege
de tijd links laten liggen. Dit is wel een erg mooi klooster maar deze hadden
we in het verleden al bekeken.
Bij Ourense waren we
in de veronderstelling een camping te zullen treffen. Dit bleek niet het geval.
Zodoende kwamen we bij Allariz op een camping. Dit ligt vlak bij de Portugese
grens.
De volgende dag, nadat we alles weer in de camper hadden gepakt zijn we bij Chaves de grens naar Portugal over gegaan. Hier werd ons gevoel toch weer bevestigd dat wij meer feeling hebben met de Portugezen dan met de Spanjaarden.
Er is sneller contact en daar waar een Spanjaard zal toekijken zal een Portugees ingrijpen is onze ervaring.
De volgende dag, nadat we alles weer in de camper hadden gepakt zijn we bij Chaves de grens naar Portugal over gegaan. Hier werd ons gevoel toch weer bevestigd dat wij meer feeling hebben met de Portugezen dan met de Spanjaarden.
Er is sneller contact en daar waar een Spanjaard zal toekijken zal een Portugees ingrijpen is onze ervaring.
We wisten in Valpaços een camping te zitten waar we in het
verleden al vaker waren geweest en waar we goede ervaring mee hadden.
Bij deze
camping zit zwemwater wat met dit warme weer echt geen overbodige luxe is.
De volgende ochtend werden we wakker met regen. Fikse buien dreven over en het water gutste door onze tent. Dit hadden we hier nog nooit meegemaakt. Het veroorzaakte wel een erg mooie en voor deze contreien zeker bijzondere beelden. Donkere onheilspellende wolken boven het droge landschap.
De omgeving hier bestaat voornamelijk uit olijfgaarden, tamme kastanjebomen en kurkeiken. Vanuit de camping kun je naar de Ponte do Arquinho wandelen, Dit bruggetje stamt uit de Romaanse tijd en is gemaakt van graniet. De brug wordt gekenmerkt door een platte dak van 7,5 meter breed en als basis een unieke ronde boog. De sporen boven in de brug zijn waarschijnlijk afkomstig van wielen van wagens die hier eeuwen lang over heen zijn gereden.
Vanuit Valpacos zijn we weer Spanje ingegaan met als doel een lange dag reizen richting de Picos d´Europe door een vlakke gele omgeving en kale glooiende bergen met lage begroeing.
Bij Riano was de omgeving weer groener en had je zicht op de rotsige bergen van de Pico d`Europe.
Bij Puerto del Ponte op 1290 meter
hoogte begon het park van de Picos pas officieel. Het uitzicht hier op de
besneeuwde bergtoppen was dan ook prachtig. De bergtoppen piekten boven de
witte wolken uit en staken prachtig af tegen de blauwe lucht. Via hele kleine
weggetjes kwamen we op de camping in Santa Marina. Een mooie maar prijzige
camping. Je zou door de aanrij route hier niet direct caravans verwachten, maar
het tegendeel zal blijken op de camping.
Via Portilla de la Reina vervolgden we onze route naar Potes,
de toegangspoort van de Picos. Potes is een erg drukke plaats en dat nodigde
ons niet echt uit om het plaatsje te bezoeken.
Boven in de rotsen zagen we gemzen lopen. Boven op de Puerto
de Piedrosluengas (1355m) had je prachtig uitzicht op de hoogste toppen van de
Picos. We laten de Picos alweer achter ons en vervolgen onze route naar
Valdenoceda. De weg voor Valdenoceda was een mooie weg met ruige rotspartijen
en vele roofvogels. De navigatie leidde ons vervolgens naar Tobera. Hier
troffen we een kapelletje aan dat in de rotswand was gebouwd. Of eigenlijk zijn
het twee kapelletjes met daarvoor een
Romeinse brug. Waarschijnlijk stamt dit kapelletje uit de 17e eeuw.
De volgende stadje was Frias. Frias is een historisch
middeleeuws stadje op een heuvel boven de rivier de Ebro met een indrukwekkend
kasteel en een brug uit de 12e eeuw. In 1435 verkreeg dit stadje zijn
stadsrechten en word beschouwd als kleinste stad van Spanje.
Na al het moois wat gezien hebben was het weer tijd om richting het hoge noorden te trekken en onze rit langzaam aan weer richting huis
te beginnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten