“Genieten met de camper in
Portugal”
Na ook dit jaar de
gebruikelijke vakantie stress overleeft te hebben, konden we op vrijdag 15 juli
2016 in alle vroegte het huis opgeruimd en netjes achterlaten. We wisselden het
natte Nederland in voor 3 weken zonnig zuiden (hopen we dan maar).
De communicatie tussen GPS en ons verliep niet vlekkeloos en voor we het wisten reden
we tijdens de spits door midden Parijs. Geen aanrader!!
Links en rechts zoeven
motoren langs je heen, vrachtauto’s wisselen van baan maar vergeten gemakshalve
om in hun spiegel te kijken en een knipperlicht wordt hier gewoon niet
gebruikt. Gelukkig kwamen we zonder kleerscheuren de eerste avond in Chateauneuf sur
Loire uit. Een heerlijke rustige camping aan de Loire en voor de kids mooi de ruimte
om te zwemmen.
Het bleek hier al gauw dat
ons kooktoestel niet ging werken deze avond, dus moesten we noodgedwongen wel
uit eten. Na zo’n lange dag was dat geen straf.
De volgende ochtend hebben we vol
frisse moed alles weer opgepakt en zijn we verder afgezakt naar het zuiden. Bij
Bordeaux zat het verkeer tegen en hebben we de snelweg verlaten. We kwamen op een mooie
route terecht die vrijwel parallel aan de snelweg liep en uiteindelijk vonden
we een camping in Lugos. Een camping met ruime plaatsen en een zwembad, een prima plek om het
weekend over te staan. Na een weekend uitgerust te zijn besloten we om Spanje
in een keer door te trekken naar Portugal. Dat zou een lange dag worden, maar
in Spanje overnachten trok ons niet echt.
Zo reden we aan het begin
van de avond bij Miranda do Douro Portugal binnen.
Hier belandden we op de camping met een uitstekend sanitair. 's Avonds
genoten we met ons wijntje van het prachtige uitzicht van de stad met al zijn lichtjes en de verlichte kathedraal. De temperatuur was heerlijk aangenaam.
De overgang bij Miranda do
Douro is voor ons bekend, maar eigenlijk waren we het stadje nog nooit in
geweest. Een goede besteding van de eerste ochtend in Portugal. Onder het
klokkenspel van de kathedraal liepen we door de poort de stad binnen. Een leuk stadje om even door heen te wandelen.
Vervolgens hebben we onze
weg vervolgd naar Meda. Langs de Douro, die we via een steile smalle weg naar
beneden bereikten, hebben we onze lunch genuttigd.
In Meda kwamen we op de Parque de Campismo Municipal. De combinatie camper tent was voor hen een moeilijke combinatie. Want tenten hoorden links op de camping en campers hoorden rechts. Maar waar de
combi nou heen moest. Gelukkig begrepen ze wel dat het geen optie was om de
kinderen in de tent op het tentveldje te zetten en wij in de camper aan de
andere kant van de camping tussen de campers te plaatsen. Na wat heen en weer
gebeld te hebben met de baas mocht de tent dan op de camperplek naast de camper
staan. De camping was verder uitstekend met gratis toegang tot het zwembad. Dus
het eerste na aankomst was een frisse duik. De Zuid Europese levensstijl hadden
we al vlot te pakken. Op de tijd dat we thuis ons bed zouden opzoeken gingen we
nu aan tafel en midden in de nacht stond je nog rustig met andere campinggasten
de afwas te doen en te kletsen.
De volgende ochtend zijn we begonnen met een wandeling naar het dorp om te kijken of we een bakker konden
vinden. Een terugkerend “feestje“ tijdens onze vakanties, want ze willen
allemaal wel mee lekkere broodjes uitzoeken. Wij zaten al lang achter ons kopje
koffie met broodje toen de bakker de camping op kwam rijden.
Vandaag stond er een
uitstapje in de omgeving op het programma. Als eerste zijn we naar
Ranhados geweest.
Hier zijn in 2011 opgravingen gedaan waarbij materialen,
structuren en rotskunst uit de prehistorie werden ontdekt. Ook werden er huizen
en bestrating gevonden uit de ijzertijd.
Op plek van bestemming
moest je erg goed kijken want er stond nergens wat aangegeven. Het is dat we door de beschrijving van een geocache
hier op gewezen werden, anders hadden we dit er nooit van gemaakt.
Het was een steile klim naar boven in de brandende zon. Onderweg zagen we een slangenvel liggen, de slang was verdwenen (jammer en gelukkig). Het uitzicht over het meer was prachtig. De olijfvelden werden afgewisseld door de wijngaarden.
Penedono, een plaatsje hier in de omgeving heeft zijn eigen wijn. Dit plaatsje was dan ook onze volgende stop. Dit oude stadje werd het eerst genoemd in een document uit 960 na Christus. Het dorpje heeft een oud kasteel wat een bezoekje waard is.
Het was een steile klim naar boven in de brandende zon. Onderweg zagen we een slangenvel liggen, de slang was verdwenen (jammer en gelukkig). Het uitzicht over het meer was prachtig. De olijfvelden werden afgewisseld door de wijngaarden.
Penedono, een plaatsje hier in de omgeving heeft zijn eigen wijn. Dit plaatsje was dan ook onze volgende stop. Dit oude stadje werd het eerst genoemd in een document uit 960 na Christus. Het dorpje heeft een oud kasteel wat een bezoekje waard is.
Het uitzicht was ook hier mooi. In het dorp verder waren ook
nog mooie oude gebouwen en op verschillende plekken waren oude
werktuigen neer gezet uit de middeleeuwen.
Een stukje ten westen van
Penedono, bij Penela da Beira lag een oude goud mijn. De mijn werd circa 50
jaar geleden gesloten, maar de mijntoren en de resten van het dorp als ook de
ingang zijn nog wel te vinden.
De mijn had 3 gouddragende aderen waar de
Romeinen destijds al hun goud uit haalden. De wandeling ernaar toe was erg
warm. Maar wanneer we een stukje de mijn inliepen was de temperatuur erg
aangenaam. De beplanting bij de ingang van de mijn was groen en het mos binnen
in de mijn was fluoriserend groen. Een schril contrast met de gele dorre
omgeving.
De Romeinse en middeleeuwse
opgravingen Estaҫão arqueológica do Prazo bij Feixo de Numão lagen er stil en
verlaten bij. We moesten goed kijken voor we de ingang vonden. Uit de toch ruim
opgezette ingang en het vergane restaurant blijkt dat er toch veel (EU?) geld
ingestoken is om het toeristvriendelijk te maken.
De weg ernaartoe bestond uit
allemaal kleine klinkertjes. Het zag er erg pittoresk uit, maar schijn
bedriegt, want de gordels stonden steeds in de blokkeerstand vanwege het
gestuiter van de camper.
Vanaf de hoger gelegen
delen van de weg had een prachtig uitzicht over het hele gebied. Hier en daar
zag je een rookpluim opstijgen van een bosbrand. Tja, het blijft wel Portugal.
s Avonds besloten we om nog
een dag langer in deze omgeving te blijven.
De volgende dag zijn we via Fonte
da Concelha, waar een prachtige oude waterfontein was, door gereden naar de
Templo do Sol bij Chãs. Ook hier weer een korte wandeling tussen enorme
rotsblokken door in de brandende zon.
Templo do Sol is een steen
van ongeveer 4,5 meter hoog en breed en is een oud offeraltaar uit de prehistorie met de opening
naar het oosten en het westen. Wanneer de zon recht op de evenaar staat
(genaamd equinox) schijnt deze precies door het gat onder de rots.
Aangezien het erg warm was
hebben we een plaatsje voor de siësta opgezocht langs de Douro. Dit op aanraden
van onze ouders. Via een klein smal steil weggetje kwamen we bij het Estaҫão
Coa.
Vroeger heeft hier een spoorlijn langs de Douro gelopen. De rails is weg,
maar her en der staan nog vervallen stationnetjes en liggen de spoorbruggen nog
over het water.
En dit was zo’n plekje waar je portugal hoort, ruikt en voelt. Heerlijk geurend naar eucalyptus,
zinderende hitte en doodse stilte. Onder het luide getjilp van de cicaden
hebben we daar onder een enorme eucalyptusboom ons broodje gegeten, hebben we genoten
van het water in de Douro en zijn we over de oude spoorweg naar de andere kant
van het water gewandeld.
In de wijnvelden die je hier
veel ziet staan allemaal ronde gebouwtjes. Bij nader onderzoek bleken dit
duiventillen te zijn die vroeger werden gebruikt voor de bemesting van de
grond. De meesten zijn vervallen en buiten werking en we hebben in deze
omgeving ook geen duif gezien.
Bij Alemendra stond een
groot modern bord langs de weg met Estaҫão Alemendra. Wanneer je de weg
helemaal naar beneden afdaalt kom je inderdaad bij het stationnetje van
Alemendra, maar ook deze bleek zwaar vervallen en verwaarloosd. Dit in schril contrast met het grote bord aan het begin van de weg.
Vanuit Meda zijn we doorgetrokken naar de Serra da Estrela. In plaats van de grote weg hebben we de binnendoor route genomen. We kwamen door het middeleeuwse plaatsje Moreira de Rei.
Vanuit Meda zijn we doorgetrokken naar de Serra da Estrela. In plaats van de grote weg hebben we de binnendoor route genomen. We kwamen door het middeleeuwse plaatsje Moreira de Rei.
Naast de vesting die een prachtig uitzicht gaf over de omgeving met grote ronde rotsformaties was hier
ook een kerkje uit de 13e eeuw, een pelourinho (schandpaal) en nog
vage restanten uit de middeleeuwen. Alles wel keurig voorzien van een bord met
wat het geweest moet zijn.
Het landschap begon meer begroeiing te vertonen.
In Trancoso was er markt.
Een gezellige drukte en kraampjes waar van alles werd verkocht. We keken onze
ogen uit vooral bij de grote barbeques met kippetjes liep het water ons om de mond en voor we het wisten
zaten we hier aan een tafeltje kip te eten. Een hele bedrijvige bedoeling,
gezellig, niet te omschrijven maar zeker een aanrader.
In Valhelhas kwamen we op
een camping terecht.
En tegen alle verwachting in bleek dit een erg drukke
camping te zijn nabij de praia fluvial (rivier strand). We voelden ons hier
niet op ons gemak en hebben de volgende ochtend ook onze spullen weer ingepakt
en zijn de Serra da Estrela ingetrokken. Ons doel deze dag: de Torre! Dit is het
hoogste punt van Portugal met een hoogte van 1993 meter. Op de piek is een torentje gebouwd die de piek precies 2000 meter maakt..
Kenmerkend voor de De Serra
da Estrella is toch wel de enorme rotsen die hier liggen met daar tussen
allemaal bremstruikten.
Verder is dit gebied bekend om de schapenkaas en zijn
eigen hondenras.
Door het geocachen kwamen
we bij de “Seixo Branco”, of te wel bij een rotsformatie waar roze kwarts uit
de aarde naar boven is gekomen door erosie.
We besloten om deze middag
door te rijden naar Castelo Branco. Het lag niet helemaal, of helemaal niet op
de route, maar hier was een camping waar ik 30 jaar geleden voor het eerst heb
gestaan en waar we door de jaren heen vaker zijn geweest, een jeugdsentiment.
De camping eigenaar was nog
dezelfde als 30 jaar geleden. Maar de camping zelf viel tegen. Het was
verwaarloosd en er was weinig te beleven. Ook het gezellige stadje was uitgegroeid tot
een grote stad en had weinig meer van het gemoedelijke van 30 jaar geleden.
Vanhier uit zijn we
richting noordwesten getrokken met als doel de omgeving van Tabua. Bij Orvalho
hebben we op een uitkijkpunt koffie gedronken. Je had hier een prachtig
uitzicht over de rio Zezere en vanaf
hier kon je ook de Torre zien liggen. De omgeving hier was groen en leek minder
droog dan de omgeving van Meda en Castelo Branco. Toch stonden overal borden
met extreem gevaar voor bosbranden. De omgeving waar we doorheen kronkelden was
erg mooi en kleinschalig.
Die dag eindigden we in San
João de Areias bij een Nederlands stel op hun camperplaats. Hier werden we
gastvrij ontvangen dor de eigenaren en hun honden met een fles eigen gemaakte
druivensap. Vanaf deze locatie hebben we de Serra do Aҫor bezocht. In de
omgeving van Benfeita was een waterval. Voor Portugeze begrippen een waterval
die genoemd mag worden.
Het was hier parkachtig aangelegd en een heerlijke plek
om even tot rust te komen en alle indrukken van de afgelopen dagen op ons in te
laten werken. In Coja hebben we gezwommen bij het rivierstrand. Eigenlijk
hebben alleen de kinderen gezwommen. Nadat ik een aantal waterslangetjes had
zien wegschieten was voor mij de lol van het zwemmen af.
San João de Areias ligt ook
niet zo ver van Coïmbra af. Coïmbra is de universiteitstad van Portugal. In
vergelijk tot een 15 jaar geleden was hier veel veranderd. Het
universiteitsplein was schoon en wit en er reden geen auto’s meer voorlangs.
Natuurlijk waren we niet de enigen die deze stad bezochten. Het was hier druk.
De winkelstraatjes deden gezellig aan.
Vanuit Coïmbra zijn we door
gereden naar de kust om nog even wat verkoeling te zoeken in de zee. De afstand viel wat tegen, maar uiteindelijk kon het
zeewater ons toch de gewenste verkoeling brengen.
De Serra do Caramulo ligt
ten noorden van Tabua. Dit gebergte staat bekend vanwege zijn zuivere lucht. Op
de toppen van het gebergte heb je grote rotspartijen met daartussen struiken en
grasland. Lager liggen de bossen, met beekjes en watervallen en dorpjes met
huisjes die lijken te stammen uit de middeleeuwen. De hoogste punt is de
Caramulinho op een hoogte van 1075 meter.
Hier is een uitzichtpunt waar je
uitzicht hebt over het hele gebergte en verder en met helder weer kun je vanaf
dit punt de Torre zien liggen. Het gebied waar wij vandaan kwamen zag er zonnig
en helder uit. Maar wanneer we de andere kant op keken, het gebied dat nog voor
ons lag gaf zag er somber uit. Daar hing een dikke wolkendeken waar we over heen keken. Een verrassing wat we daar voor weer zouden aantreffen.
In Caramulo zijn we het
museum geweest waar ze een hele automotive vleugel hebben.
Een leuk uitstapje
voor het manvolk in ons gezelschap.
Het weer aan deze kant van het Caramulogebergte was inderdaad
een stuk frisser, maar toch nog
prima temperaturen van zo'n 25C.
In Vouzela hebben we naar
een camping gezocht. De camping die daar aangegeven stond bleek een oude
bekende en dat betekende voor ons ... doorrijden. Een paar kilometer verderop
kwamen we op een kleinschalige camping terecht. Het dalletje onder de camping
vulde zich in de loop van de avond met mist en aan de overkant zagen we vaag
wat lichtjes tegen de berghelling die later op de avond verdwenen waren in de nevel.
De schelle fluittoon van de
geitenhoedster die haar kudde ophaalde stierf weg over de bergen.
De volgende dag zijn we in
de omgeving wezen rondrijden, genietend van de oude dorpjes sommigen met betegelde kerkjes, met de vriendelijke
en gemoedelijke mensen, de rust die het leven hier uitstraalt en de mooie grote
vlinders die hier vliegen.
Helaas vorderde de vakantie
al aardig en moesten vanhier uit een fikse rit maken naar het noorden van
Portugal, de laatste camping in Portugal voor ons deze zomer. Dit was in
Vimioso. De reis hier naartoe leidde ons een stuk langs de Douro met de
prachtige wijnvelden en de mooie stationnetjes. Pinhão heeft een prachtig
stationnetje bekleed met allemaal azulejos die vertellen over dagelijks leven
en de wijnvelden hier in de omgeving.
De Douro achter ons latend
veranderde het landschap in een gele deken met groene lapjes. Her en der
trotseerde een ruïne boven de lapjes deken uit.
De camping in Vimioso was
netjes en ruim opgezet. Een leuke bijkomstigheid was de gratis toegang tot het
gemeente zwembad.
's Avonds bij de camper zaten we elkaar aan te kijken.
Eigenlijk had nog niemand zin om weer huiswaarts te keren en besloten we nog één dag langer in Portugal te blijven met de wetenschap dat dat betekend dat de
dagen tijdens de rit naar huis wel lang en saai zouden worden. Maar dat had een ieder
er voor over. Zodoende hebben we de laatste dag nog even rustig genoten van de
zon, het zwembad en de Portugeze vriendelijkheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten